Zelf duurzaam bouwen in een huur-koopconstructie
“Wij bouwen ons eigen huis. Dat is toch supergaaf om te zeggen?” Tussen stapels bouwmateriaal en een ijzeren stellingkast op de plek waar straks de zithoek komt, zit Mieke Bosman met haar jas aan thee te drinken uit een kartonnen bekertje. Het is koud binnen, er is nog geen vaste trap naar boven en de wc-deur is een bouwzeil, maar volgende week gaan zij en haar vriend Rowin Liefting verhuizen. “Die maand huur kunnen we beter in dit huis stoppen”, vinden ze.
Behalve de fundering, de stroomverdeler voor de waterpomp en de meterkast bouwen Bosman en Liefting hun duurzame huis helemaal zelf, met hulp van familie en vrienden. Net als de buren in deze nieuwbouwwijk in Almere Buiten. “Ik ben heel handig”, stelt Bosman nuchter vast. “En mijn vriend ook. Ik kijk vooral naar de indeling: waar willen we straks een stopcontact of een hanglamp? Hij denkt uit hoe het technisch allemaal moet. Ik bedoel: hij kijkt gereedschapsfilmpjes voor de lol!”
Het stel, dat elkaar ontmoette in het klimbos van Almere, waar ze allebei werken, meldde zich in november 2020 aan voor deze zelfbouwkavel van Steenvlinder INC. “Ik denk nog steeds: waar zit dat addertje onder het gras?”, lacht Bosman. “We gaan eerst twee jaar huren tegen het sociale huurtarief. Daarna krijgen we de kans om de woning te kopen.
Tot die tijd staat de koopprijs vast op 260.000 euro: een relatief laag bedrag voor een eengezinswoning met 69 vierkante meter vloeroppervlak. “Bouwuren zitten daar natuurlijk niet in verrekend”, legt Bosman uit. “Die stoppen we er zelf in.”
Want handig of niet: in het bouwen van een huis gaan héél veel uren zitten. Bosman en Liefting werken nu sinds september vorig jaar zeven dagen in de week: vijf dagen voor het klimbos, twee dagen zijn ze aan het bouwen. “We hebben ook drie keer een ‘bouwvakantie’ gehouden: dan maak je pas meters.”
Ze hoeven gelukkig niet op alle fronten het wiel zelf uit te vinden, laat Bosman zien. “Kijk, hier zie je de platen waarmee we de muren hebben gemaakt. Eigenlijk is het gewoon een enorm bouwpakket. WikiHouse heet dat systeem.” Vanuit verhuurder Steenvlinder INC is er elke week een bouwbegeleider ter plaatse. Bosman: “Hij hielp ons met vragen over het ventilatiesysteem en de warmte-terugwininstallatie, bijvoorbeeld. Of hij kijkt mee met offertes.”
Dat Bosmans schoonvader bouwkundige is en haar eigen vader hovenier, helpt ook. Aan de voorkant van het huis staat een rijtje pas geplante amberbomen: zo’n beetje het eerste groen in de wijk. “Die moesten er nú in, zei mijn vader. Dan hebben we er in de lente schaduw van.” Want schaduw, daar gaan ze in de zomer behoefte aan krijgen, denkt Bosman. “Dit huis is zó goed geïsoleerd dat we eerder moeite moeten doen om warmte af te voeren dan het vast te houden. Daarom ook die systemen”, wijst ze naar het plafond, waaraan haar vriend en schoonvader een wirwar aan buizen hebben gemonteerd. “Wordt allemaal netjes weggewerkt, natuurlijk.”
Dat hun nieuwe huurhuis gasloos is, vindt Bosman ‘fijn voor de portemonnee’. “Maar het spreekt ons ook aan om een soort van zelfvoorzienend te zijn. Hoewel we geen stroom kunnen opslaan, natuurlijk. Het is meer een gevoel. Je richt niet zoveel schade aan als je zonnepanelen en een warmtepomp hebt.” De stroom die bijgekocht moet worden komt “nu nog even” van Vattenfall. “Daar duiken we nog in. Misschien nemen we wel groene stroom.”