Al jarenlang waren Sigrid en Jaap-Willem betrokken bij een initiatief dat een ecologisch woonproject in Haarlem van de grond wilde trekken. Tot vier keer toe werden ze teleurgesteld doordat terreinen en panden uiteindelijk tóch niet beschikbaar kwamen. Toen ze het Baden Powell project van Steenvlinder voorbij zagen komen, grepen ze hun kans. “We stappen uit onze bubbel.”
Dit project in Schalkwijk is anders dan waar ze oorspronkelijk naar op zoek waren, geven ze toe. “In het verleden hebben we tien jaar in een centraal-wonen-project in Haarlem gewoond”, vertelt Sigrid. “Ook in Schalkwijk, maar dat was huur.” Inmiddels wonen zij en haar man Jaap-Willem in een jarendertighuis in Haarlem-Noord, maar het gezamenlijke bleef altijd lonken, zeker toen hun zoon de deur uit ging. Ze zochten een duurzaam, voor iedereen betaalbaar woningproject, liefst aan de rand van de stad. Dat het uiteindelijk toch weer Schalkwijk wordt, past bij waar ze voor staan: ecologisch wonen vanuit sociale betrokkenheid. “We vinden het een leuke uitdaging om te laten zien dat zo’n CPO-project ook in de stad kan.”
Wat die bubbel betreft: het woonproject waaraan ze eerder deelnamen bestond vooral uit ecologisch gemotiveerde mensen. Samen met twee andere stellen uit deze groep gaan ze nu dit project aan. Omdat veel kavels nog niet verkocht zijn, weten ze nog niet met wie ze hun nieuwe duurzame woonavontuur gaan delen. “De meeste van de huidige kopers zijn gezinnen uit Schalkwijk zelf”, weet Jaap-Willem. “Ik verwacht dat duurzaamheid bij hen niet automatisch op één zal staan, terwijl dat voor ons een belangrijke motivatie is. En gelukkig voor Steenvlinder ook.”
Eigen invulling van de wijk
De randvoorwaarden voor de huizen staan op papier; de kopers bepalen in samenwerking met een vaste architect en aannemer zelf de indeling, materiaalkeuze en afwerking van de woningen. Ook met de hoogte mogen ze spelen: twee of drie woonlagen. “Een van de stellen met wie we samen optrekken wil graag gelijkvloers wonen”, vertelt Sigrid. “Zij nemen de bovenverdieping van twee aansluitende woningen, wij gaan beneden wonen. Het derde stel koopt een ander pand.”
Juist die vrijheid spreekt hen aan, net als het gezamenlijke karakter en het open gevoel van de wijk. Jaap-Willem: “Het is leuk om uit te zoeken wat je binnen de randvoorwaarden nog meer ecologisch kunt doen.” Zo zou het stel het liefst houtbouw willen. Dat kan alleen, weten ze, als de andere bewoners daar ook in meegaan, anders wordt het te duur. “De eerste gesprekken met de architect hebben al plaatsgevonden”, vertelt Jaap-Willem. “Deze heeft ervaring met houtbouw. Als hij kan laten zien dat houtbouw niet alleen duurzaam maar ook betaalbaar is, krijgen we de andere kopers hopelijk mee.”
Gezamenlijke ruimte
Ook op andere terreinen hebben Sigrid en Jaap-Willem zo hun hoop en verwachtingen. “We willen in de gemeenschappelijke tuin heel graag een ruimte bouwen waar je samen kunt komen of voorzieningen deelt. Geen gezamenlijke fietsenstalling of zo, maar een ruimte waar je elkaar echt kan treffen.” Verder denken ze na over wateropslag, duurzaam materiaalgebruik, gevelbeplating die dienstdoet als zonnepanelen, deelauto’s. “Spannend om te zien hoe de groep hier straks in staat”, vinden ze.
Als koper van het eerste uur heeft Jaap-Willem zich opgeworpen als voorzitter van de bewonersorganisatie die officieel opdrachtgever wordt van het project. Steenvlinder doet na installatie van het nieuwe bestuur een stap terug en vervult dan alleen nog een begeleidende rol. Jaap-Willem: “Zodra de helft plus één van de kavels verkocht zijn, gaan we een aannemer zoeken en wordt alles echt concreet.” Dat betekent ook dat kopers die later in het project instappen, mee zullen moeten gaan in besluiten die al genomen zijn over de gezamenlijke keuzes.
Sigrid en Jaap-Willem hopen vooral op een fijne, groene wijk met veel onderlinge betrokkenheid, en goede open contacten met andere bewoners buiten dit project. “Een project als dit is iets heel anders dan een nieuwbouwwijk waarin de woningen kant en klaar worden opgeleverd”, weet Sigrid. “Maar juist wanneer je je wijk gezamenlijk vorm kunt geven, levert dat vaak veel saamhorigheid op. En wijk waarin mensen naar elkaar omkijken.”