Hoe kan het dat de woningnood in stad en land nu zo extreem is?

Afgelopen weekend was het weer zo ver: duizenden woningzoekenden gingen in Den Haag de straat op om te demonstreren tegen de grote ellende op de huizenmarkt. Hoe zijn we in deze diepe woningcrisis verzeild geraakt? Die vraag stelde het AD, de Haagsche Courant, aan Marnix Norder, medeoprichter van Steenvlinder en aan Peter Boelhouwer, Hoogleraar woningmarkt TU Delft.

Marnix is oud-wethouder en was verantwoordelijk voor de stadsontwikkeling in Den Haag. De Haagse wooncrisis begon zo’n dertien jaar geleden toen de op drie na grootste bank van Amerika het loodje legde, wat leidde tot een wereldwijde bankencrisis die onvermijdelijk ook de reële economie trof. En het begin van een bouwcrisis markeerde.

De woningbouw raakte in Den Haag verder in het slop door Vestia- debacle eind 2012. De finale klap volgt niet veel later, als het kabinet in 2013 en 2014 de corporaties aan banden legt. “Toen kon niemand meer bouwen. De marktpartijen niet, de corporaties niet. Het was echt verschrikkelijk.’’, aldus Marnix.

De huidige woningnood komt echter niet uitsluitend voort uit een bouwcrisis. Het is vooral de giftige cocktail van veel minder huizenbouw en veel meer woningzoekenden die de ellende veroorzaakt heeft. “Er was een enorme bevolkingsgroei”, stelt hoogleraar woningmarkt Peter Boelhouwer.

Wat nu? Hoe lossen we deze woningcrisis op? Marnix mist vooral urgentie in de uitvoering: “Er moeten 100.000 woningen bij, zegt de minister. Maar hoe? Dat wordt maar niet geconcretiseerd.’’ Ook in de hofstad mag het voortvarender. “Er is daar natuurlijk bestuurlijk en ambtelijk het nodige gebeurd qua integriteit. Maar het helpt niet als alles drie keer bekeken moet worden, voordat er iets kan.”

Wij zetten in de tussentijd in op transformatie van leegstaande gebouwen naar woningen: vintage vastgoed! Oude kantoren, scholen of ander gemeentelijk vastgoed. Want, per gemeente staan gemiddeld 13 panden leeg die makkelijk omgezet kunnen worden naar woningen.